Ja, we zijn in Spanje. Dat merk je als je in de lift staat. Aan de geur. Nee, niet de geur van churros, paella of de zee. Maar het riool. Hoe plat het ook klinkt, daar herken je aan dat je in Spanje bent. Het ruikt hier vaker dan in Nederland naar riool. Geen idee waar dat door komt. Ik heb nog nergens daadwerkelijk een open riool zien liggen.
Valencia. Vijf maanden. Het klonk als heel ver weg. Als iets waar ik naar verlangde, maar nog niet te veel aan dacht door de drukte. Laptop mee, werk mee, grote liefde mee en weg met die donkere Nederlandse dagen – die mijn gemoedstoestand ook donker inkleuren. Voor een opdrachtgever maakt het niet uit of ik op 17 of op 1.700 kilometer afstand zit. Als ik mijn werk maar doe. En het liefst nog goed ook.
Op straat gezet
Een week geleden om 8.00 uur ging de deurbel. De oppassers stonden op de stoep met hun koffers en dozen. Ze passen op het appartement, maar belangrijker nog: op onze rode parel. Joep. Afscheid nemen van de rode kater was niet echt mogelijk. Die was zo van zijn à propos door het opruimen, schoonmaken en inpakken van de afgelopen week, dat hij zich verstopte.

Nu zitten we alweer een week in Spanje. Die eerste week bestond uit snotteren, snuiten, uitrusten. Had ik corona meegenomen naar Spanje? Geen idee. Wellicht gewoon een griepje. Het was ook wel erg druk afgelopen weken. Met al dat inpakken, opruimen, schoonmaken, huurders zoeken, afscheid nemen, lieve cadeautjes krijgen én mijn lieve nichtje Saartje verwelkomen. Tegelijkertijd ben ik ook mijn antidepressiva nog eens aan het afbouwen. Hoe dat gaat, lees je hier.
Oh, en vliegen. Dat is niet bepaald een hobby van me. Vooral het opstijgen en landen niet. Iedere keer weer knap dat zo’n piloot dat ding op twee wieltjes tot stilstand laat komen. Maar klappen voor zijn werk vind ik dan weer stompzinnig. Consequent zijn is ook weer zo saai hè.
Het welkom op het vliegveld in Valencia was op z’n Spaans: een chagrijnige dame die met opgetrokken wenkbrauw nog net een ‘Si’ over haar lippen kreeg
Het welkom op het vliegveld in Valencia was op z’n Spaans: een chagrijnige dame die met opgetrokken wenkbrauw nog net een ‘Si’ over haar lippen kreeg, bij een vraag over de metrokaartjes. Echt een geschikte kandidaat om op zo’n plek te werken. Maar goed, snel de metro in. Midden in Valencia stapten we uit. De eerste maand huren we een appartement van Gabriella, een Amerikaanse die naar Antartica gaat voor haar werk als ghostwriter. Heel benieuwd naar dat boek.
We krijgen bij aankomst met de metro direct een cultuurklap: we stappen uit recht voor een gigantische stierenarena en het treinstation. Twee mooie gebouwen. Maar die prikkels trek ik even niet. Snel naar ons appartement, in de hippe wijk Ruzafa. Een leuk, fijn plekje op de vijfde etage. Mét lift – voor Spanje niet per se standaard. Zo ontmoetten we twee dagen later een stel Rotterdamse vrouwen die op de negende etage zitten zónder lift.
Jimmy – of zoals Hes wekenlang beweerde: Jerry – van de vintageshop liet ons binnen en leidde ons rond. Overduidelijk een Amerikaan. Een gezellige man, die voor de liefde én de lagere woonkosten naar Spanje is gekomen en nu een winkel met tweedehandskleding leidt. ‘How was your trip, guys?’

In de eerste week aten we veel, zagen we al aardig wat van de stad en streepten Hes en ik onze guilty pleasure af: een fietstocht met Baja Bikes. De Nederlandse twintiger Lars leidde ons met wat andere Nederlanders op de fiets rond door Valencia. Met veel kennis en na elke tussenstop roepend: ‘Zijn jullie er klaar voor? Dan zeg ik: Vamos.’ Jammer genoeg wilde hij geen vlaggetje aan zijn fiets maken. Ook Lars verhuisde een paar jaar geleden voor de liefde naar Valencia. Hij leerde tijdens een stage een Iraanse kennen, die hier woonde. Nu leidt hij landgenoten rond en werkt hij op de klantenservice van Odido.
We zagen de zon vaak en veel. Een jas is hier meestal overbodig. Vandaag is de koudste dag: 20 graden. Sorry Nederlanders, maar ik heb nog geen spatje regen gevoeld.
Gezocht: sportschool zonder haantjes
We zijn op zoek naar een sportschool en werkplek. We probeerden twee gyms tot nu toe. De eerste was luxe, donker en druk. De tweede was wat ouderwets en daar liepen naar mijn zin wat te veel haantjes rond. Je weet wel, de types die een gewicht op de grond laten kletteren en na elke beweging kreunen als Maria Sharapova in de Wimbledon-finale. Het lijkt overigens wel alsof ze hier het dubbele tillen van de gemiddelde Nederlander in de sportschool.
Vandaag vonden we een goede kandidaat voor onze vaste werkplek. De eerste twee die we bezochten, waren respectievelijk te serieus en te donker. En geen gevoel van saamhorigheid met de andere werkers. Nu zijn we ook wel verwend, met Saar en Yvonne van CoffeeLab die iedereen aan iedereen koppelen. Die van vandaag, genaamd WayCO, is groot, organiseert activiteiten en heeft meerdere locaties: waaronder eentje aan het strand!

Komende week is het onze uitdaging om uit het standaard ritme te stappen. We volgen naar onze zin nog iets te veel de structuur van de Nederlandse dagen. Terwijl we hier juist meer van het buitenleven willen profiteren. En nieuwe mensen leren kennen. Morgenavond weer een kans: we gaan naar een avond voor taaluitwisselingen. De welkome WD-40 voor mijn roestige Spaans. Ik spreek jullie volgende week weer!
0 reacties